Tekst Carla van der Togt
Foto Wim van Beek

Op een donderdagmiddag ontmoeten wij Errol Nasierkhan bij de serverruimte van SSC-ICT op de Koningskade 4. Een enkele server draait nog en Errol zegt lachend: ‘Dit is waar het om gaat. Mijn doel is om alle Windows 2008-servers binnen 1,5 jaar uit te faseren. Uiteraard samen met de klant. En we richten gelijk Life Cycle Management (LCM) in, maar daarover straks meer. Eerst weg uit deze herrie.’

Errol loopt al vier jaar rond bij SSC-ICT. ‘Ik begon met de uitrol van de DWR Next-werkplek bij IenW, SZW en VWS. Nu start ik met het project Uitfaseren Windows 2008-servers. Dit moet snel, want door nieuwe releases bij leverancier Microsoft schuift hun support ook mee. En je voelt hem al aankomen: begin dit jaar hield de support van 2008 op. Daarom hebben wij voor onze klanten “extended support” aangevraagd. Hiermee krijgen we een extra jaar ondersteuning van Microsoft. Dit geeft ons lucht om samen met onze klanten de servers uit te faseren.’

Transitieprogramma SSC-ICT

Het doel van de transitie is om een toekomstvaste, brede ICT-dienstverlener te worden die voorziet in de behoefte van haar afnemers door het leveren van efficiënte en betrouwbare standaarddiensten èn, in nauwe samenwerking met de klant, het leveren van maatwerkdiensten tegen reële kosten. Dit alles onder het motto: 'standaard waar het kan, maatwerk waar het moet, en altijd verstand van zaken.'

De uitvoering van het transitieprogramma gebeurt in 5 sporen: Sturing, Organisatie, Dienstverlening, Security en Techniek. Voor elk spoor zijn werkpakketten gedefinieerd die worden opgeleverd door teams. De teams werken vogens een ritme (heart beat) in sprints van vier weken.

Maandelijkse doelstellingen

‘Wij werken volgens de heartbeat van de transitie met sprints van 4 weken. En in zo’n sprint wil ik meters maken. Naast de uitfasering van de servers, bekijk ik ook direct of er een database-afhankelijkheid is. Als dat zo is, nemen we de uitfasering van de database direct mee. We vangen twee vliegen in één klap. En de klant benaderen we ook maar één keer. Op dit moment voer ik met mijn team veel gesprekken met onze klanten. De projectplanning voor dit jaar is hierdoor op hoofdlijnen bekend. We voeren ook verdiepende gesprekken. Daarom kunnen we voor SZW twee applicaties overzetten van een oude 2008-server naar een nieuwe 2016-server in week 10.’

Hier worden in één zin twee dingen genoemd die interessant zijn. Het overzetten naar een nieuwe server, maar belangrijker: hoezo nieuwe server? 2016 klinkt anno 2020 niet nieuw. Errol geeft grinnikend antwoord.

Nieuwe 2016-server

‘Scherpe vraag. En die vraag krijg ik ook van mijn klanten. Onze jongens zijn al bezig met Microsoft 2019, alleen 2019 heeft nog geen productiestatus. Microsoft heeft een standaardproduct gemaakt, alleen dat moet dan ook binnen onze architectuur en de systemen passen. Vervolgens bouwen ze daar een standaard van. Dat traject is nu voor 2019 bezig en nog niet afgerond. Vandaar dat 2016 ons “standaard building block” is, zoals dat dan heet.’

Overzetten naar nieuwe server

‘Wij kiezen ervoor om klanten een nieuwe 2016-server te geven en daar installeren we de software op. De oude server die op 2008 staat, die laten we dus eigenlijk staan. Daar doen we niks mee. We kiezen niet voor het upgraden van de server omdat het niet bekend is hoe alles op de server tot stand is gekomen. Ik heb het bijvoorbeeld over koppelingen en de codes in de software. Ervaring leert dat dit tot onverwachte situaties kan zorgen. En je loopt het risico, dat het toch anders uitpakt als je live gaat, ook als je eerst test. Dat moeten we niet willen, dus daarom kiezen we voor nieuwe servers.’

Toepassen van Life Cycle Management

‘De uitfasering van de Windows 2008-servers is een onderdeel van Life Cycle Management (LCM). Als wij LCM goed willen doen, dan moeten we dit beter inbedden in de organisatie. Zie LCM als het regelmatig je auto naar de garage brengen voor onderhoud. Staat alles nog juist? Als dat niet zo is, dan moet je wat plannen voor onderhoud. Tegenwoordig krijgen de auto’s – want dat zijn gewoon rijdende computers geworden – tijdens de beurt ook weer een software-update. Eigenlijk lijkt dat ook weer een beetje op LCM. Zodra de nieuwe 2016-server draait en de database up-to-date is, dan moet het LCM-proces zijn werk gaan doen. In de database staat welke server het is en wat er allemaal op staat en draait. Een ruime periode voordat iets afloopt, krijgen we een melding dat we actie moeten ondernemen. Dan hebben we de tijd om met onze klanten in gesprek te gaan en daar maken we onze planning op. Door het toepassen van LCM weten wij waar we aan toe zijn, maar belangrijker: onze klanten weten bijtijds waar zij aan toe zijn. En daar draait het om.’